Wie was EL-Cid?
Het levensverhaal
Rodrigo Díaz de Vivar (Vivar bij Burgos), 1040 - Valencia, 10 juli 1099) was een Spaanse ridder, beter bekend onder zijn bijnaam El Cid Campeador of kortweg El Cid. Cid is de Spaanse verbastering van sayyid (Arabisch voor 'heer'). Beide titels getuigen van respect van zowel Moorse als christelijke kant. El Cid is dan ook een bekende Spaanse nationale held en de belichaming van ridderlijkheid en deugd. Hij groeide op in het huisgezin van de toekomstige koning, Sancho II van Castilië en kende prins Sancho, de oudste zoon van koning Ferdinand I, heel goed. Vermoedelijk waren het goede vrienden.
Toen Prins Sancho in 1065 Koning Sancho II van Castilië werd, maakte hij El Cid opperbevelhebber van de Koninklijke Legers. Sancho wilde dat het koninkrijk verenigd zou blijven en El Cid steunde hem daar in. Zijn broer Alfonso werd verpletterend verslagen en moest naar Marokko vluchten. In 1072 echter werd Sancho zelf op een verraderlijke manier vermoord. Voor zijn broer Alfonso was nu de weg vrij om Koning van Castilië en Koning van León te worden.
In 1076 werd El Cid naar Sevilla gestuurd om de schatting van de plaatselijke heerser te innen. In 1079 raakte hij in de buurt van Sevilla slaags met García Ordóñez, die hem verdrongen had als opperbevelhebber en die hij als zijn vijand beschouwde. El Cid versloeg het grote leger en nam zijn opvolger gevangen. In 1081 leidde hij een onbevoegde militaire overval op Toledo, een Moors koninkrijk dat onder de bescherming van Alfonso stond. Bij terugkeer werd hij er van beschuldigd goederen die voor de koning bestemd waren voor zichzelf gehouden te hebben. El Cid werd onterfd en verbannen. Hij moest als huursoldaat zijn diensten aan enkele Moorse koningen aanbieden. Hij bleef in naam loyaal aan Alfonso, ondanks de weigering van de koning om hem te vergeven.
In 1090 pleegde El Cid, met ondersteuning van de koningen van Zaragoza en Aragón, een invasie van de Almoraviden in oostelijk Spanje tegen. Alfonso was een aantal jaren daarvoor minder gelukkig geweest en had in 1086 bij de Slag bij Zallaqa een verpletterende nederlaag geleden tegen dezelfde Almoraviden onder leiding van Youssef ibn Tischfin. En de schuldige daarvan was volgens Alfonso natuurlijk El Cid, die hem had moeten helpen in plaats van zijn eigen roem na te jagen. Om onduidelijke redenen kwam El Cid destijds te laat voor de veldslag.
De koning kon niet anders dan El Cid van ballingschap terugroepen. Maar hoewel zijn aanwezigheid aan het hof van Alfonso in juli 1087 gedocumenteerd is, was hij alweer snel terug in Zaragoza. Na zijn overwinning op de Almoraviden, begon El Cid een lange, complexe politieke campagne om controle over het rijke Moorse koninkrijk Valencia te verwerven. Hij wist de heerser van Valencia, Al-Qadir, onder zijn invloed te brengen. In 1092 brak in oktober te Valencia een opstand uit die tot de dood van Al-Qadir leidde.
In november 1092 begon El Cid met zijn troepen als reactie hierop aan de belegering van Valencia. In 1094 veroverde hij de stad en omgeving en bood het veroverde gebied aan Alfonso aan.
El Cid was nu vorst van Valencia, waar hij zogezegd in naam van koning Alfonso regeerde, maar in feite een onafhankelijke staat had gesticht. Hij regeerde daar tot zijn dood op 10 juli van 1099.
El Cid werd al snel de nationale held van Spanje. Koning Philips II van Spanje deed in de zestiende eeuw pogingen om hem heilig te verklaren. De paus wilde daar niet op ingaan, onder meer vanwege zijn soms brutaal gedrag en zijn opportunistische houding tegenover de moslims.
De legende
Over El Cid doen veel verhalen de ronde, en niet altijd is duidelijk welke waar zijn en welke een verzinsel, maar dat de ridder ook al bij leven een figuur was die tot de verbeelding sprak wordt er wel door geïllustreerd.
Uit de verhalen blijkt dat El Cid een meester was in de psychologische oorlogvoering en het bluffen. Eén verhaal luidt: El Cid moest met 1000 cavaleristen (ridders dus) door een gevaarlijke bergpas nabij Zaragoza. Veel van de Spaanse ridders waren gesneuveld in een hinderlaag door Moorse boogschutters. Maar El Cid en zijn 400 overgebleven ridders stormden op hun vijanden af en versloegen 300 Moorse boogschutters. Toen bleek dat er bij de Moorse boogschutters nog 3000 hulptroepen te voet waren. De Spaanse ridders doodden hen bijna allemaal en de overlevenden vluchtten. Men beweerde dat El Cid in zijn eentje meer dan 300 Moren doodde.
El Cid had een aantal volgelingen die betaald moest worden; zeker in de beginperiode na zijn verbanning was dat een probleem. Om zijn soldaten te kunnen betalen bezocht hij, met een grote kist, een prominente geldschieter. El Cid stelde zich op een buitengewoon vriendelijke manier voor en vertelde wat hij deed (de financier wist dit maar al te goed) en hoe hij aan zijn zwaard was gekomen (ook dat was wijd en zijd bekend). De financier kreeg een werkelijk genereus aanbod: hij zou het benodigde geld aan El Cid mogen lenen. Als onderpand bood El Cid de kist, die volgens hem vol zat met het goudgeel slijk der aarde. De kist was echter op slot en hij was de sleutel verloren. Maar El Cid gaf zijn woord dat hij het geld met rente zou terugbetalen. Daarop leende de financier het geld. Toen El Cid weg was, zette hij de kist weg en schreef het geld als verloren af. Op de afgesproken dag kwam El Cid weer op bezoek en betaalde het geld met rente terug. Nu werd het de financier te machtig. Hij wilde weten wat zich in de kist bevond. El Cid opende de kist en zei: “Ziehier het goudgeel slijk der aarde: duinzand”. De kist hangt nu in de kathedraal van Burgos, in de buurt van zijn graf.
De legende over de dood van El Cid is bijna zeker fictief maar wel aangrijpend. Dodelijk gewond na de eerste dag van een beslissende slag wordt hij bij de hervatting van de slag op de tweede dag vastgebonden op zijn paard. Dit werd gedaan om de soldaten niet te ontmoedigen. Als de dood gewaande maar blijkbaar onkwetsbare El Cid op zijn schimmel op hen afrijdt slaan onder het gejuich van zijn soldaten de vijanden op de vlucht. Wat kun je anders doen bij iemand die niet gedood kan worden. Vermoedelijk stierf El Cid in zijn bed een natuurlijke dood (bron: Wikipedia).
